Wednesday, February 20, 2013

 

MORGEN, SCHEPEL, SPINT, KOP, ROE

 
Posted by Picasa

1 Roe 0f 12,206 ca  -- 1 Kop : 5 roe of 61,03 ca
1 Spint : 8 Kop of 40 roe of 488 ca
1 Schepel : 4 Spint  of 32 Kop of 160 Roe
1 Morgen : 5 Schepel of 20 Spint of 160 Kop of 9765 ca 
Schematische afbeelding van de Gooische oppervlakte eenheden.
In werkelijkheid bestonden de akkers uit lange smalle percelen.
Met de primitieve ploeg kon een lange  ploegvoor getrokken worden.
Geschiedenis van Gooiland en de Erfgooiers 

Tuesday, February 21, 2012

 
Posted by Picasa
KOPTIENDEN
Dr. De Vrankrijker schrijft hierboven dat er gemiddeld 4 kop werd betaald
per schepel. Het is niet duidelijk waar dit gemiddelde vandaan kwam.
Dr. Ir. J. Schipper heeft 13 akkers gevonden in een koptienden-
boek met gemiddelden van 1,5 tot 1,74 kop. Zelf heb ik een perceel
gevonden met een gemiddelde van 1,7 kop.
Het is duidelijk dat voor vruchtbare akkers de aanslag hoger was dan
voor onvruchtbare akkers. Het is vooral duidelijk bij de heideontginning.
Tevens speelt de ligging een rol, hoge of lage grond.
De opgave van een oppervlakte berustte voor de invoer
van het kadaster vooral op een schatting.

Tuesday, June 10, 2008

 
Posted by Picasa WAARSCHOUWINGE

 
Posted by Picasa WAARSCHOUWINGE

Wednesday, January 05, 2005

 

GOOISE KOPTIENDEN

Koptienden
Oorspronkelijk waren de koptienden gewone tienden, een kerkelijke
belasting, die een percentage van het op de akkers staande gewas bedroeg.
De tienden moeten op zekere tijd omgezet zijn in een betaling van een
vaste hoeveelheid graan, afgemeten aan de hoeveelheid bouwland die men
bezat. Men berekende dit in koppen: een kop was de hoeveelheid graan
waarmee een schepel land kon worden ingezaaid. De koptiende aanslag
bedroeg 5 kop graan per schepel bouwland. (1) De koptienden werden in 1280
niet aan het graafschap Holland overgedragen, maar behoorden toe aan de
Heren van Nijenrode, van ouds her Eltense leenmannen. De tienden werden
van alle akkers in het Gooi geind. Uit een onderzoek (2) is gebleken dat
rond 1840 degenen die landbouw bedreven, en dus koptienden betaalden,
bijna allen erfgooier waren. Dat is logisch bij de gemengde
boerenbedrijven in het Gooi. De akkerbouw op de zandgrond was afhankelijk
van de mest van het vee, dat in hoofdzaak op de meenten liep.

Eigenaar van de Koptienden.
Daniel Hooft Gerritsz kreeg in september 1766 het tiendleen in handen. Hij
is in 1803 begraven. Zijn vrouw vermaakte in 1813 de tienden aan haar
zuster. (4) Een frappant voorbeeld hoe de regenten in de ‘Republiek’
misbruik maakten van hun macht. De koptienden heffing kwam ten goede aan
de super rijke familie Hooft, die hiervoor geen enkele tegenprestatie
leverde. Bij het in gebreke blijven van een zeer kleine som geld, werd
door Hooft gewoon beslag gelegd op het bezit van een arme boer. Deze
regenten kliek kwam voort uit de sjacheraars die geen tiende penning wilde
betalen over hun woekerwinsten. Zelf legden zij een nog grotere last op de
schouders van hun arme landgenoten. Soortgenoten van regent Hooft
weigerden koptienden te betalen, maar er volgde dan geen beslaglegging.
Bijvoorbeeld: In ‘s Graveland weigerden de grootgrondbezitters jarenlang
te betalen. Er volgde geen in beslaglegging. Ook de super rijke ‘Heer de Wilhem’
weigerde koptienden te betalen. Over de jaren 1715-1728 beliep zijn schuld
aan tienden en sluyen ruim honderd gulden. Echter ook in dit geval werd
geen beslag gelegd op de grond.
Enkele leden van de familie Hooft waren Baljuw van Gooiland geweest.
Machtsmisbruik was in de tijd van de ‘Republiek’ heel gewoon. Baljuwen,
drosten of schouten, hadden financieel belang bij de rechtspraak. Hun
inkomsten bestonden onder meer uit een aandeel van de opgelegde boeten.
Bovendien uit de opbrengsten van schikkingen die getroffen werden ter
voorkoming van een strafvervolging. Een baljuw (5) kreeg 1/3 deel van de
opgelegde boeten, de ‘aanbrenger’ kreeg ook een 1/3 deel. Logisch dat dit
systeem tot onoorbare praktijken en corruptie leidde. Zo ontstond het
gezegde: Baljuwen en graven, stelen als raven. Uit de beslaglegging van
bouwland vanwege een klein geldbedrag bleek dus dat Daniel Gerritsz Hooft
‘erfelijk belast’ was.

Belangrijke bron voor de Gooise historie
De belangstellenden in Gooise voorouders zijn nu zo gelukkig bij
hun onderzoek gebruik te kunnen maken van de z.g. gaderboeken van de
koptienden, dat zijn jaarlijkse kohieren van een specifieke grondbelasting.
Deze vormen een uniforme en vrijwel aaneengesloten reeks over een tijdvak
van meer dan driehonderd jaren, te beginnen bij 1502. Men vindt hierin
de namen van de aangeslagen personen met het bedrag van iedere
aanslag, maar tevens bij iedere mutatie in iemands aanslag in de regel de
naam van de andere partij (van wie aanslag, dus bouwland - is overgenomen,
c.q. aan wie de aanslag is afgestaan).
In enkele gevallen is de familierelatie tussen beide personen aangeduid.
In tal van andere laat deze zich - met meer of minder waarschijnlijkheid -
wel vermoeden op grond van beider namen. Hierbij kan gebruik gemaakt
worden van de omstandigheid, dat de Gooise plaatsen in die tijd alle
slechts betrekkelijk kleine gemeenschappen waren. Alleen Hilversum is
gedurende een deel er van even boven de driehonderd koptienden betalers gekomen.
Sommige doopnamen waren bovendien zeldzaam, overeenstemming op dit punt
mag dan als bewijs van verwantschap gelden. (3)
Door het werk van Dr. P.W. de Lange is het raadplegen van de koptienden
registers, tot op zekere hoogte, vereenvoudigd.
Voor een aantal jaren (telkens zo om de dertig jaren of daaromtrent) heeft
hij afschriften gemaakt van de namen van alle aangeslagenen. Dit is
gebeurd voor de jaren 1504/5; 1537; 1566; 1593; 1622; 1651; 1680; 1708 en
1740. Deze namen zijn voorts - voor wat de jaren 1504/5 t/m 1622 betreft -
per persoon en per jaar - op een kaartsysteem overgebracht, die
lexicografisch gerangschikt zijn naar de doopnamen. Verder zijn - maar
alleen voor wat betreft Hilversum - voor de overige jaren aldus
gerangschikte lijsten bewerkt.
Men zal zich waarschijnlijk afvragen, waarom bij deze rangschikking geen
gebruik gemaakt is van de geslachtsnamen. Het antwoord is eenvoudig: voor
het overgrote deel van bedoeld tijdvak is slechts een klein deel van alle
aangeslagenen met een degelijke naam aangeduid.
Het nader onderzoek binnen de periode van omstreeks 1620 tot 1720 kan
bovendien belangrijk bekort worden, dank zij een bijzondere omstandigheid.
In het algemeen is ieder kohier een kopie van het vorige, behoudens dat de
namen van degenen, die niet langer tiendplichtig waren, zijn weggelaten en
dat de namen van de nieuwe tiendplichtigen zijn bijgeschreven. Voor en na
genoemde periode is het in het algemeen gebruik geweest om de nieuwe namen
in te schrijven op open gevallen plaatsen. Men kan derhalve bepaalde
personen dikwijls zekere tijd op ongeveer dezelfde bladzijde aantreffen,
maar er zit geen systeem in de volgorde. Een zoon (of andere erfgenaam)
kan wel eens op de plaats van zijn vader terecht gekomen zijn, maar dat
behoeft niet. Omstreeks 1620 is men een ander systeem gaan volgen. Voor
iedere plaats zijn alle nieuwe namen sindsdien achter de oude
ingeschreven. Zo kwamen de ‘jaarklassen‘ steeds dichter bij elkaar en
onderling in chronologische volgorde. Op deze wijze nam echter op de duur
het aantal open plaatsen sterk toe. Van tijd tot tijd heeft men alle
inschrijvingen weer bij elkaar laten aansluiten, waardoor deze uiteraard
op andere bladzijden terecht kwamen. Alle ‘jaargenoten‘ bleven echter bij
elkaar. En zo was het mogelijk om uit de bladzijde, waarop iemand in het
kohier van een bepaald jaar voorkomt, af te lezen, in welk jaar hij ‘in
het boek‘ gekomen is. Naar dat jaar behoeft dus verder niet gezocht te
worden. Men kan het onderzoek direct van dat jaar beginnen. In de boven
vermelde afschriften zijn deze beginjaren zoveel mogelijk aangetekend.
Hiervan kan o.m. met vrucht gebruik gemaakt worden bij het opzoeken van de
oudste vermelding van bepaalde geslachtsnamen.
Voor het herkennen van familierelaties, tussen in de registers genoemde
personen, kan enige kennis van hun maatschappelijke achtergrond mede van
nut zijn. Afgezien van de bewoners van Naarden en die van Hilversum sinds
het derde kwart van de zeventiende eeuw, was deze in het beschouwde
tijdvak overwegend, zo niet uitsluitend agrarisch. Voor niet-agrariërs is
landbezit tot op zekere hoogte iets bijkomstigs. Voor zo ver het een klein
lapje grond voor eigen gebruik te boven gaat, betekent het voor hen alleen
een vorm van geldbelegging, die aangetrokken, dan wel afgestoten kan
worden, naarmate deze vorm in vergelijking met andere vormen meer of
minder verkieslijk voorkomt. Voor de agrariërs is land echter een
onmisbaar bestaansmiddel. Voor zo ver hun middelen dat toelaten grijpen
zij iedere gelegenheid aan hun landbezit uit te breiden en bij
sterfgevallen zijn de erfgenamen er in de eerste plaats op bedacht het
land binnen de familie te houden. Tegen deze achtergrond kan het 'ideale'
beeld van de mutaties in het landbezit (dus de aanslag) van de agrariërs als
volgt geschetst worden:
Bij zijn huwelijk geven zijn vader en schoonvader beide hem enig bouwland
mee; eventueel kan hun plaats ook ingenomen worden door een grootvader,
oom of oudere broer. In volgende jaren breidt hij zelf zijn bezit
gaandeweg door aankoop uit. Vroeger of later kan daar nog iets bij komen
uit erfenis van vader en schoonvader. Zodra de kinderen volwassen worden
en trouwen geeft hij op zijn beurt aan zoons en schoonzoons enig land mee.
Komt hij tenslotte zelf te overlijden, dan wordt het hem resterende bezit
- dikwijls in gelijke porties - over de zoons en schoonzoons verdeeld.
Uiteraard zijn er talrijke variaties op dit patroon mogelijk. Overleeft
bijvoorbeeld de vrouw haar man en zet zij (b.v. met een ongehuwde zoon)
het bedrijf voort, dan kan de verdeling van het bezit soms lang na zijn
dood plaats vinden, en kunnen ook kleinkinderen tot de erfgenamen behoren.
Anderzijds, als de vrouw jong sterft en de man hertrouwt, moet het
moederlijk erfdeel aan de kinderen uit het eerste huwelijk uitgekeerd
worden. Zijn deze nog minderjarig, dan kunnen zij als de 'weeskinderen'
van hun vader in de registers voorkomen; waaruit men niet mag besluiten,
dat hij zelf overleden is.
Voorzover gelijktijdige DTB en notariële gegevens beschikbaar zijn, zijn
daarin vele voorbeelden van dit patroon te vinden. Dit maakt het
aannemelijk dat het ook in andere tijden voorkwam. O.m. kan ons dit op het
spoor brengen van schoonvaders en schoonzoons. Anderzijds kan afwijking
van het patroon wijzen, hetzij op ongunstige financiële omstandigheden,
hetzij op wijziging van maatschappelijke achtergrond, gepaard met
vermindering van belangstelling voor landbezit. Dit laatste komt te
Hilversum sinds het laatste kwart van de zeventiende eeuw in toenemende
mate voor als gevolg van de voortschrijdende industrialisatie. (3)

---------------------------------------------
Opmerking FdG:
Het afnemen van landbezit in Hilversum is mijns inziens te wijten aan het
ontstaan van een klasse van redelijk welvarende fabrikeurs.
Zij en andere kapitaalkrachtige lieden kochten gronden op van arme
inwoners. Die laatste grote groep verarmde verder, een deel van hen werd
wever. Bij gebrek aan landbouwgrond en weidegrond werden zeer hoge
pachtprijzen betaald door de plaatselijke agrariërs.
---------------------------------------------------
WAARSCHOUWINGEDen Wel Edele Gestrenge Heer Daniel Hooft GERRITSZ.,
Vrij-heer van Vreeland en Drossewaart / mitsgaders Schepen en Raad der
Stad Amsterdam Etr. Etr.
Als Erfmaarschalk en Eygenaar van de Kop Tienden in Gooiland / doet een
iegelyk weten / dat hy in ervaringe gekomen is / dat veele en
verschillende Persoonen in gebreeke gebleven zyn / haare Tienden / op de
Jaarlykse Zitdagen / in handen van zyn Collecteur te komen betalen; ende
dat in kragte van het Oude Regt / die geene / dewelke drie Jaaren aan den
anderen komt te versluijen / vervallen van den Eygendom van haare
Landeryen; zoo heeft gemelde Heer de Versluijers van den Jaare 17 ende van
voorgaande Jaaren / hy deezen willen waarschouwen ende vermanen / dat zy
haar Sluijen op de toekomende Zitdagen dezer Jaars 17 als nog zullen
hebben te komen zuyverten in handen van den voorschreeven Collecteur /
ofte dat andersints zonder eenig langer uytstel ofte ppgluykinge teegens
de gebreekige geprocedeert zal worden tot verval van haare Landeryen. Een
iegelyk houde hem voor gewaarschouwt / en verhoede zyn schaade.
Zeg het voort.
----------------------------------------
Waarschouwinge
De Heer DANIEL HOOFT
Erfmaerschalck en Eygenaar van de Coptienden van Goyland / doet een
iegelyk weten / dat hy in ervaringe gekomen is dat veele ende verscheyde
Persoonen in gebreeke gebleven zyn / hare Cop-tienden op de jaarlyksche
Sitdagen in handen van sijn Collecteur te komen betalen; Ende dat in
krachte van het oude Recht / die geene dewelke drie Jaren aan den anderen
komen te versluyen / vervallen van den eygendom van hare Landeryen : So
heeft gemelde Heer Baron de Versluyers van den Jare 17 ende van voorgaande
Jaren / hy desen willen Waarschouwen ende Vermanen / dat sy hare Sluyen op
de toekomende Sitdagen deses Jaars 17 als noch sullen hebben te komen
suyveren in handen van den voorschreven Collecteur / ofte dat andersints
sonder eenig langer uytstel ofte oogluykinge tegen de gebreekige

geprocedeert sal worden / tot verval van hare Landeryen. Een ieder houde
hem voor Gewaarschouwt / ende Verhoede syn Schade.

De Sitdagen deses Jaars 17 beginnen
HILVERSUM
Den en den January
LAAREN
Den January
BLAARKUM
Den January
HUYSEN
Den en den January
NAARDEN
Den en den January
Seg het Voort
---------------------------------

KOPTIENDEN GADERREGISTER GOOILAND. CODE 117 ; NR. 280
BESLAGLEGGING DOOR DANIEL HOOFT GERRITSZ I.V.M. NIET BETAALDE KOPTIENDEN.
IN BESLAG NEMEN VAN BOUWLAND IN HUIZEN.
[ geen datering vermeld, akte dateert van 1766 of later ]
______________________________________________________________
[voor zoveel de nood domilium gekozen hebbende ten huijze van den Boode
deezer Dorpe]
--------------------------------------------------------------
Daniel Hooft Gerritsz Vrijheer van Vreeland mitsgaders Scheepen en raad
der Stad Amsterdam, als Erffmaarschalk en Eygenaar van de koptienden in
Gooiland, arrestant en Eyscher.
Gerrit Jacobze Ruijsendaal,
Tijmen Teunisse Krijnen,
Harmen Rave,
Curatoren over de persoon en goederen van Volkert Gerritse ook genaamd
Volkert Gerritse Ruijsendaal.
Over Gedaagde, Van Erckell als Proveneur van de arresetant en Eyscher
zegd, dat de hoofds deezer gemelde Volker Gerritse, offt Volkert Gerritse
Ruijsendaal van Emerentia de Beer, weduwe van wijlen Michiel Clement, in
eygendom hebbende bekoomen Tien Schepel Bouwland geleegen op het Hoog
onder de Juresdictie van Huyzen, voorheen belend Meynderd Jansz ten
Noorden en Jacob Glijn ten Zuyden en als nu ten Noorden en ten Zuyden deze
wegens aan de arrestant en Eyscher hadden behooren betaald te worden Seven
koptienden jaarlijks dog dat de gemelde Volkert Gerritse offt Volkert
Gerritse Ruijsendaal nymermaal daarvan meer dan vier Jaaren zijnde
gebleeven in gebreeken, het zelve Land aan de arrestant en Eyscher als
Tiendheer is vervallen, waaromme de arrstant en Eyscher , en omme de
Juresdictie van deezen Ed. Achtb. Gerechte tegen de over Gedaagde te
fundeeren het zelve land op de .........................
door de Boode deezes Dorpe heeft gedaan neemen in den arreste, en de
overge...... op eene behoorlijke wijze alhier heeft gedaan dagvaarden.
Mits welke en andere redenen / is 't nood / nader alle geenen. De
voornoemde Proveneur in den naame als boven concludeerd eerstelijk tot
d......tatie van het evengemelde ........
dat de gedaene overdraging zal worden verklaard van waarde en dat wijders
bij vonisse van de Edele Achtbaare Heeren Schepenen dezer Dorpe dan
voorgemelde Tien Schepel Bouwland door Volkert Gerritse, offt Volkert
Gerritse Ruijsendaal van Emerentia de Beer weduwe van wijlen Michiel
Clement in eygendom bekoomen zullen worden verklaard aan de Arrestant en
Eyscher als Tiendheer te zijn vervallen en de over gedaagdens in hunne
qualiteijt gecondenneerd hetzelve te geheugen en te gedoogen met de
kosten, offt te tot anderen.
______________________________________________________________
De boer moest gewoonlijk 4 kop (ca. 4 liter) per schepel land betalen, per
morgen 20 kop. In Blaricum getuigde men in de 17e eeuw, dat daar wel 18
kop betaald werd, en bij de heideontginning in de 18e eeuw wordt bij het
sluiten van de accoorden gesproken van 4 kop per morgen. Het gebruik was
dus 20 kop, uitzonderingen komen voor. [zie Naerdincklant blz. 12]
Zeven koptienden per 10 schepel wil dus zeggen, dat het bouwland zeer
onvruchtbaar was. Het betrof hier waarschijnlijk een 18e eeuwse
Heide ontginning. (10 schepel = 2 morgen = ca. 2 ha.)
_______________________
Bronnen:
KOPTIENDEN LINKS
http://www.archieven.nl/pls/m/zkstart.ahd?p1=1537&p_adt=236&p_code=117&p_taal=1

--------------------------------------------------------------------
Noten
[ koptienden beslaglegging te Huizen ]
Noten:
1) Gooise oppervlakte maten (ca) : 1 morgen (9765) = 4 schepel( a 1953) =
20 spint (a 488) = 160 kop (a 61) = 800 roe(a 12,2)
Gooise inhoudsmaten : Mud, Spint, Cop. (romeinse letter j = 1/2)
2) De Koptienden als bron voor de economische geschiedenis van het Gooi
1500 - 1850 - in ‘Economisch- en Sociaal-Historisch Jaarboek 55’ (1992 pp.
35-74) K.P.J. Janse
3) Een belangrijke bron voor het opsporen van Gooise voorouders
- Dr. P.W. de Lange in TVE jrg. 2, afl. 8 - okt. 1972
4) Naerdincklant - Dr. De Vrankrijker ( uitg. De Kern - Den Haag 1947)
5) Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der gerechtelijke organisatie in de
Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling’
_______________________________________
LAREN KOPTIENDEN 1504 - 1740
-----------------------------------------

BLARICUM KOPTIENDEN
--------------------------------------------------------
KOPTIENDEN 1504
KOPTIENDEN 1537
KOPTIENDEN 1566
Koptienden register van Blaricum uit 1579. Met originele uittreksels van het koptiendenboek uit 1579
blaricum-1579-koptienden.blogspot.com
KOPTIENDEN 1593 EN 1579
KOPTIENDEN 1622
Blaricumse koptienden betalers 1660 - 1692.
Blaricum: Koptienden 1677-1708. Dit tijdvak is belangrijk. In deze periode vond plaats: De Grote Brand van 1696 en in 1708 werd de eerste erfgooierslijst opgemaakt. Bij de \'koptienden\' komen dezelfde personen voor als in 1696 en 1708.
KOPTIENDEN 1680
Koptienden register van Blaricum uit 1719. Met originele uittreksels uit het koptienden boek van 1719. Ook koptienden 1740


-----------------------------------------------------------------
KOPTIENDEN GAARDERBOEKEN     9 - 272     GAARDERBOEKEN  TOEGANG 117
KOPTIENDEN LINKS

Dunne Groene Ordner
Nrs.                 Fol                                         Nrs.                   Fol.   
            1660                                                   156      1711   
            1661                                                   157      1712*
            1662                                                   158      1713
            1663                                                   159      1714*
            1664                                                   160      1715*
            1665                                                   161      1716*
            1666                                                   162      1717*
            1667                                                               1718          ontbreekt ?
            1668                                                   163      1719**
            1669                                                               1720
119      1670*                                                             1721
            1671                                                               1722   
            1672                                                               1723
120      1673    NIET  (1)                                            1724
121      1674                                                               1725
122      1675                                                               1726
123      1676                                                               1727
124      1677 *                                                            1728
125      1678                                                   174     1729
126      1679                                                   175     1730
127      1680    87 Willem Elbertse  (2)           176     1731
128      1681                                                   177    1732*
129      1682                                                     178    1733*
130      1683                                                     179    1734*
            1684    ontbreekt                                   180    1735
131      1685                                                     181    1736
132      1686                                                     182    1737  
133      1687                                                     183    1738  
134      1688                                                     184    1739  
135      1689 *   L78                                         185    1740* 
136      1690                                                     186    1741   
137      1691                                                     187    1742   
138      1692                niet geheel ingezien         188    1743   
139      1693 * L78                                          189    1744   
140      1695 *    85  (3) Willem Elbertsz           190    1745   
141                                                                   191    1746   
142                                                                   192    1747   
143      1698 *                                                  193    1748               
144      1699 *                                                  194    1749   
145      1700 *                                                  195    1750   
146      1701 *                                                  196    1751               
147      1702 *                                                  197    1752               
148      1703 *                                                  198    1753   
149      1704 *                                                  199    1754   
150      1705 *                                                  200    1755   
151      1706 *                                                  201    1756   
152      1707 *                                                  202    1757   
153      1708 **                                                203    1758   
154      1709 *                                                  204    1759   
155      1710*                                                   205    1760   
                                                                                 


1673                 (1)   Niet te raadplegen
1680      87      (2)  Verklaring van Willem Eldersen (was doorgehaald)
1695 *  85        (3)   Evert Corn. Rebel overgemaakt aan Willem Elbertsz

--------------------------------------------------------------------
KIJK BIJ LAREN 1674
Laren:
I   Claas  onbekende gemeente

De Gooijers:
II a  Pieter Claasz      uit Laren
IIb  Lambert Claasz uit Laren

IIIb Willem Pieters (de Gooijer)     staat op erfg. Lijst Laren 1708

IIIc Lambert Lambertsz    Geb.  ca. 1628      is 79 jaar in 1707

Zonen van Lambert Lambertsz :
Jacob Lambertsz geb. 1672
Tijmen Lambertsz  erf. Lijst 1708

---------------------------------------------------------------------
KOPTIENDEN  BLARICUM

193240~7.TXT                                 1719, ’32, ’33, ’34, ’40   LIJST
                                                          T.B.V. LINTPRINTER   9 BLZ.

660!692  .KOP    18.711   30-10-00

660692~2.TXT    17.224   25-12-01 1660, 1670,1675, 1677, 1692. LIJST  
                                                            T.B.V. LINTPRINTER    7 BLZ.      

677708~1.TXT     6.840    25-12-01  1677, 1680, 1695
                                                            T.B.V. LINTPRINTER   4 BLZ         

708719~2.TXT                                   REGISTER 1719 EN GADERBOEK 1708
                                                            T.B.V.  LINTPRINTER  3 BLZ. ( van KOPTB708.719)

B19&3234.KVP             39 kb 18-11-00  

B660!692.KOP.DOC     69kb  08-01-02  1660,1675,1677, 1680,1692  (1660  NIET  
                                                                   INGEVULD   6 BLZ                 

B670!692.KOP.DOC   100kb  13-01-02   1670, 1674, 1675. 1677, 1680, 1692

B677!7~1.DOC   30.208   04-05-01

B677@708.KOP 14.441   24-06-98

B677!708.KOP.DOC  30kb  04-05-01

B677~708.DOC           28kb  04-05-01

B677~708.DOC   28.672   04-05-01

B708!719.KOP.DOC  17kb 04-05-01

B708!7~1.DOC   30.208   05-05-01  

B708!719.KOP   29.184    04-05-01  

B719!7~1.DOC  16.896    04-05-01
 
B719!740.KOP   16.896   04-05-01   REGISTER 1719 & VERPOND. CA. 1740

B719&732.KVP  48.494   19-11-00

B7193240.KVP   30.943   18-11-00

B732&740.VPK  16.097   17-11-00

B732K32V.ERP   76.905    18-11-00

B732K732.VRP   43.343     19-11-00

KOPTDI~1.DOC  11.264    08-01-02

KOPTB708.719                                     REGISTER 1719 EN GADERBOEK 1708                                                  

KOPTIE~1.DOC   72.704    05-05-01

KOPTIENDEN BLAR. 719  VERP. 1740  71kb      05-05-01

 ---  MAP KOPTB2~1         KOPTB2001  --

B677~708.DOC         42.496  03-05-01    5p. 1677, 1680,1695 + B677!708.KOP

 KOP719VP.740          5.237  24-08-98   Register 1719 & Verpond.  1740

KOPBRAND.696      16.028   05-07-98  1677, 1680, 1695 met brandslachtoffers

KOPTB675.ONV         3.197   24.06.98   1675 ZEER BEPERKT

KOPTBRNDU.696                                    afgeleid van KOPBRAND.696

KOPT675.692                                            1675, 1677, 1680, 1692

KOPTB660.692

KOPTB677.ORA         5.505   25-06-98                      kopt. 1677

KOPTB677.680                                              4 p

KOPTB677.695

KOPTB677.708         14.441    24-06-98     5p : 1677, 1680, 1695, 1708

KOPTB678.ONV         3.197    24-06-98     1p : 1675 ONVOL. (GEEN 1678)

KOPTB680.708            7.793   24-06-98      3p : 1680 & 1708 VLGS. DE LANGE

KOPTB680.GDB       10.581    24-06-98      3p: 1680 VLGS  DE LANGE

KOPT680.LNG           8.001     24-06-98      3p: 1680 (1695 niet te zien)

KOPTB680.RAH      10.242     23-06-98      4p : 1680 vlgs RAH 269 NR. 127

KOPTB692.ONV        3.456     24-06-98      1p: 1692 vlgs rah 269 NR. 138  onvolledig

KOPTB708.719           7.843     23-06-98      3p Reg. 1719 en kopt 1708 op folio nummer

KOPTB719.RFO         4.884    25-06-98        2p Reg. 1719 op  folionummer volgorde

KOPTB719.RVN        4.940    09-08-98        3p  Reg. 1719 alfabetisch op voornaam

KOPTG678.ONV        5.178    16-09-98        1p  1675 onvolledig

KOPTHBES.LAG       7.561     25-06-98        2p:  Beslaglegging op  enggrond door
                                                                         Hooft. Uitgebreide akte

KOPTIEND.RAH       6.187     24-06-98       3p:  RAH toegangsnr. 117 en inv. Nrs 
                                                                        105 - 122

KOPTINVE.NTA       2.256     25-06-98       1p: RAH  invent. Studie zaal Haarlem

KOPTL719.REG        8.570     06-02-98        15p Laren 1719  Ron ? Staat niet in WORD

KOPTL719.RTF       11.908     21-04-01        15p: Laren 1719  Ron ?  Op 6 febr. door mij
                                                                         ingevoerd . Staat niet in WORD. Mogelijk
                                                                         heb ik het op floppy Laren staan.



koptachtindx                                                        Gooise Geslachten CD
koptvoorindx                                                        Gooise Geslachten CD
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Verklaring: RON = Ron Michielse  Hist. Kring Blaricum 

----------------------------------------------
Bron:
Archief Noord Holland - Toegang 117 - Koptienden 1502-1838





117   Gaarder van de koptienden van Gooiland
·                                Kenmerken
·                                Inventaris
 Plaats een aantekening Delen Reageren Print knop




laatste wijziging 02-04-2015
,  291 beschreven archiefstukken




Kenmerken
Datering:

1502-1852
Periode documenten:

(1403) 1502-1852
Omvang:

12,10
Openbaarheid:

openbaar
Vestiging voor raadplegen:

Haarlem, Kleine Houtweg
Gebruiksinformatie:

Inventaris in band 117 inv. nrs. 1-289. Inv. nrs. 9-10 ontbreken. Inv. nr. 112 is vanwege slechte materiële staat niet raadpleegbaar.
Categorie:
·                     Eigendom, bezit en belastingen
MAIS-(M)DWS is een product van DE REE archiefsystemen BV 
meer informatie over MAIS-(M)DWS

_____________________________________
F.J.J. de Gooijer

HISTORIE VAN HET GOOI, GOOILANDERS EN ERFGOOIERS 

http://gooijer.nl.jouwpagina.nl/

Voor afbeeldingen: http://gooiland.vijftigplusser.nl/


______________________________________

Labels:


This page is powered by Blogger. Isn't yours?